Met Tropical Danny naar de Vulkaaneifel
Wandelen langs de verschijnselen van comavulkanisme
Fungerend als amuse voor de actieve vulkanen en geisers in het noordwesten van de Verenigde Staten hebben G. en ik een dicht-bij-huis wandelarrangement geboekt in de Duitse Vulkaaneifel, een heuvelachtig gebied, zo'n 70 kilometer ten noorden van de historische stad Trier, dat zich heden ten dage in een vulkanisch coma bevindt. Dat het er ooit heftiger aan toe ging bewijzen de zogeheten Maaren, ook wel "ogen van de Eifel" genoemd. Dit zijn kraters in het landschap, compleet met een somtijds behoorlijk imposante omwalling, waarvan sommige zich na hun geboorte gevuld hebben met regenwater en aldus een nagenoeg perfect cirkelvormig meertje hebben gevormd. Het betreft hier geen echte vulkaankraters; ze zijn ontstaan doordat gloeiend heet magma vlak onder het aardoppervlak in contact kwam met ijskoud grondwater. Het water verdampte, zette pijlsnel uit en veroorzaakte zo een gigantische explosie waarbij enorme hoeveelheden puin de lucht in werden geslingerd en er een litteken in de vorm van een Maar in het landschap achterbleef. Een deel van het puin kwam rondom de krater terecht en vormde zo de walmuur.
Een van de weinige actieve overblijfselen van het vulkanisme in de Eifel bevindt zich in het dorpje Wallenborn, waar een geiserachtige koudwaterbron, Wallende Born of Brubbel genaamd, elke 35 minuten een zuil van kooldioxiderijk water omhoogspuit.
De diverse wandelingen voeren langs enige Maaren en de Brubbel en doen daarnaast een afwisseling van beboste beekdalen en meer open hoogvlaktes aan.
De weersvooruitzichten laten nogal te wensen over, dit door toedoen van de ex-tropische storm Danny (Tropical Danny?) die van zins is de Europese weerkaarten overhoop te gooien. Buien en koelte zullen volgens de dames en heren meteorologen ons deel zijn. Desalniettemin is het tijdens de heenrit zonnig en warm, maar later op de dag wordt onweer verwacht. Onderweg komen we langs een punt dat door de ADAC als schöner Aussicht is bestempeld; het enige dat hier echter te zien is zijn: akkers, een hek en een betonplatenweggetje. Het uitzicht vanaf ons appartement in Gasthof Liesertal belooft meer goeds: een beekdal omgeven door heuvels en bossen.
Een van de weinige actieve overblijfselen van het vulkanisme in de Eifel bevindt zich in het dorpje Wallenborn, waar een geiserachtige koudwaterbron, Wallende Born of Brubbel genaamd, elke 35 minuten een zuil van kooldioxiderijk water omhoogspuit.
De diverse wandelingen voeren langs enige Maaren en de Brubbel en doen daarnaast een afwisseling van beboste beekdalen en meer open hoogvlaktes aan.
De weersvooruitzichten laten nogal te wensen over, dit door toedoen van de ex-tropische storm Danny (Tropical Danny?) die van zins is de Europese weerkaarten overhoop te gooien. Buien en koelte zullen volgens de dames en heren meteorologen ons deel zijn. Desalniettemin is het tijdens de heenrit zonnig en warm, maar later op de dag wordt onweer verwacht. Onderweg komen we langs een punt dat door de ADAC als schöner Aussicht is bestempeld; het enige dat hier echter te zien is zijn: akkers, een hek en een betonplatenweggetje. Het uitzicht vanaf ons appartement in Gasthof Liesertal belooft meer goeds: een beekdal omgeven door heuvels en bossen.
Dag 1: Haus Liesertal – Tettscheid – Trittscheid – Haus Liesertal
Dinsdag 1 september 2009
Om een eerste indruk van de Vulkaaneifel te krijgen en om de doorbloeding van onze ledematen te bevorderen maken we een leuke inlooptocht vanaf het pension. We wandelen in eerste instantie door het dal van het riviertje de Lieser, over paadjes en bruggetjes die tot vogelleerpad zijn gebombardeerd. Regelmatig stuiten we op informatieborden die de argeloze bezoeker gewag moeten maken van het rijke leven van onze gevleugelde vrienden in dit gebied. Later klimmen we wat en komen we in een open, agrarisch gebied terecht. We passeren de dorpjes Tettscheid en Trittscheid, stille, karakterloze oorden die volgebouwd zijn met witte huisjes en cataloguskerkjes. De lucht begint te betrekken. We stuiten op een lavawandje; als het niet in de routebeschrijving stond benoemd, hadden we het voor een afgraving aangezien en waren we er voorbijgelopen zonder er verder acht op te slaan. Een informatiebord in Trittscheid leert ons dat er op meerdere plaatsen lava en basalt in de grond zit. Een kloeke stapel boomstammen wordt middels een ingenieus irrigatiesysteem om redenen die ons niet bekend zijn vochtig gehouden. Om de tien minuten spuit het water even de andere kant op, opdat de wandelaars droog kunnen passeren. Een nat pak blijft ons derhalve bespaard, niet het minst door Pluvius, die zo vriendelijk is de hemelsluizen pas open te zetten zodra we weer in het pension zijn.
Het eten is eenvoudig maar goed: soep met deegballetjes, rollade in een mosterd-roomsaus, aardappelen, pruimen uit eigen tuin.
Het eten is eenvoudig maar goed: soep met deegballetjes, rollade in een mosterd-roomsaus, aardappelen, pruimen uit eigen tuin.
Dag 2: Haus Liesertal – Dauner Maare – Haus Liesertal
Woensdag 2 september 2009
Het weer van vandaag laat zich beschrijven als wisselend bewolkt, koel en vochtig. Boven alles is en blijft het droog; Tropical Danny toont zijn vriendelijke kant. Een rondwandeling voert langs de Dauner Maare, drie kratermeertjes op een rijtje. Een glooiend pad langs de oevers van de Lieser voert naar het eerste Maar, het Gemündener Maar. Dit is zonder twijfel het meest toeristische van de drie; op luchtfoto's in fraaie kleurenfolders hadden we al opgemerkt dat het is omzoomd door ruime parkeerplaatsen. Er bevindt zich een restaurant en een zwembad. Bovendien kan er op het meer gewaterfietst worden. Dit alles laten we aan ons voorbijgaan en we aanvaarden de bosrijke klim naar de zogeheten Dronketurm die we al boven ons zien staan. Onder de begeleidende klanken van geschreeuw van kinderen in een speeltuin biedt deze een prachtig uitzicht op het Gemündener Maar, het heuvellandschap en het stadje Daun. De andere twee Maaren zijn vreemd genoeg onontwaarbaar. Het Weinfelder Maar of Totenmaar is het stilste van de drie; aan het laatste (het Schalkenmehrener Maar) ligt een dorpje waar we worstjes en sachertaart eten. Een lange klim en een gemakkelijke afdaling brengen ons weer in het pension.
Mevrouw Böhm vergast ons op champignonsoep, vis uit de oven, rodekool en ijs toe. 's Nachts is het winderig en buiig.
Mevrouw Böhm vergast ons op champignonsoep, vis uit de oven, rodekool en ijs toe. 's Nachts is het winderig en buiig.
Dag 3: Manderscheid – Haus Liesertal
Donderdag 3 september 2009
Alleen op pad: G. gaat statten in Daun. G. brengt me met de auto naar Manderscheid, alwaar de wandeling aanvangt. Tijdens de lift laat Tropical Danny even zijn tanden zien: een zware bui geselt een groep in kleurige regenkleding gestoken wandelaars die langs de kant van de weg staan. Veel vertrouwen heb ik niet in de weergoden, maar warempel wordt het droog en klaart het mooi op. Zo wordt het toch nog best vriendelijk weer met een flinke bries en Hollandse wolkenpartijen. Als ik het dorp uit ben voert de tocht meteen de bossen en velden in. De paden zijn heel rustig, op een groep padvinders na die met grote rugzakken en tenten naar een camping in het bos sjouwen. De gehele dag wisselen beekdalen en weidse hoogvlaktes met prachtige panorama's elkaar af, de hoogtemeters worden slechts heel geleidelijk overwonnen. Een bonusrondje brengt me naar het Meerfelder Maar. Aldus is het een lange, maar gemakkelijke wandeling. De geplande horecastop houdt Ruhetag vandaag; in de navolgende kilometers is er geen bankje te zien, zodat ik uiteindelijk maar middenin een akker mijn lunch ga zitten verorberen. Zegge en schrijve honderd meter verderop staat een bankje. Een heideveldje vol jeneverbesstruiken en een lavagroeve later is het tijd voor een pils in het pension. Daar zit G. te relaxen op het balkon.
Uitstekend gegeten wederom: kippensoep, kippenpoten, bloemkool, gebakken krieltjes. 's Nachts regen.
Uitstekend gegeten wederom: kippensoep, kippenpoten, bloemkool, gebakken krieltjes. 's Nachts regen.
Dag 4: Haus Liesertal – Manderscheid
Vrijdag 4 september 2009
De meteorologische dienst heeft stevige buien beloofd. Niettemin is het droog met een dunne bewolking, zo blijkt als we de gordijnen openen. Zo nu en dan is zelfs een vaal zonnetje ons deel. We wachten het af in het licht van de luxe positie dat we vandaag welhaast struikelen over de schuilhutten. Opnieuw volgen we het dal van de Lieser. Het is eerst vlak over brede boswegen. Een ree schiet over het pad. Na een kilometer of zes wordt het beekdal ruiger, vochtiger en beboster en worden de paadjes smaller. Ze dalen het beekdal in en uit en her en der steken we de Lieser over via houten bruggetjes. De hogere gedeeltes bieden spectaculair uitzicht over het dal, op welke strategische plekken schuilhutten zijn geplaatst. Al met al is het een schitterende wandeling. Rond lunchtijd wordt het donker en begint het zachtjes te regenen. We zien de torenspits van de kerk van Manderscheid al; de route zigzagt naar het dorp, terwijl het steeds harder begint te regenen. Als we bij de kasteelruïne zijn, plenst het. Tot nu toe heeft het bladerdak ons redelijk droog gehouden, maar dan worden we alsnog kletsnat. Snel lopen we naar de bushalte om de bustijden op te zoeken (nog anderhalf uur tot een bus naar het pension) en drogen we op in een café.
Na een zeer welkome warme douche in ons appartement rijden we naar het dorpje Neroth, ooit het Silicon Valley van Duitsland op het gebied van muizenvallen. In een heus Muizenvallenmuseum krijgen we een film te zien over het vervaardigen van verschillende typen muizenvallen uit ijzerdraad. En omdat van ijzerdraad bij voorbeeld ook gardes gemaakt kunnen worden, wordt dat procédé ook uitgebreid uit de doeken gedaan. Dat wordt op gegeven moment nogal "langdradig" (vat u 'm?). In het museum vinden we de werkplaats van het desbetreffende familiebedrijf, alsmede een zaal met muizenvallen uit de gehele wereld. Een Keniaanse muizenval blijkt toch wel heel anders te zijn dan een Nieuw-Zeelandse.
Na de kleine imkerij nog te hebben bezocht, brengen we de calorieënspiegel op peil middels bloemkoolsoep, gehakt, salade en aardappelpuree.
Na een zeer welkome warme douche in ons appartement rijden we naar het dorpje Neroth, ooit het Silicon Valley van Duitsland op het gebied van muizenvallen. In een heus Muizenvallenmuseum krijgen we een film te zien over het vervaardigen van verschillende typen muizenvallen uit ijzerdraad. En omdat van ijzerdraad bij voorbeeld ook gardes gemaakt kunnen worden, wordt dat procédé ook uitgebreid uit de doeken gedaan. Dat wordt op gegeven moment nogal "langdradig" (vat u 'm?). In het museum vinden we de werkplaats van het desbetreffende familiebedrijf, alsmede een zaal met muizenvallen uit de gehele wereld. Een Keniaanse muizenval blijkt toch wel heel anders te zijn dan een Nieuw-Zeelandse.
Na de kleine imkerij nog te hebben bezocht, brengen we de calorieënspiegel op peil middels bloemkoolsoep, gehakt, salade en aardappelpuree.
Dag 5: Haus Liesertal – Wallenborn – Haus Liesertal
Zaterdag 5 september 2009
De koninginnentocht naar de Brubbel, die volgens dochter Böhm "sehr anstrengend ist." Om een paar kilometer van de tocht af te snoepen zetten we de auto in het nabije Üdersdorf neer. Het spettert wat uit een donkere lucht; het is echter slechts de voorbode van een droge dag met zonnige perioden, afgewisseld door schilderachtige wolken die een mooi spel van licht en schaduw op de heuvels verzorgen. Tot Wallenborn lopen we voornamelijk door een open landschap van weiden en akkers, soms over smalle, onduidelijke paadjes. Wallenborn is de moeite van het vermelden nauwelijks waard, ware het niet dat hier zich een voor Europa behoorlijk uniek verschijnsel bevindt, namelijk een spuitende koudwaterbron. De wetenschappers piekeren zich nog altijd suf over de vraag of dit een volledig natuurlijk fenomeen genoemd mag worden. Feit is dat men een smalle pijp in de grond heeft geboord om de uitbarstingen zo spectaculair te maken als ze heden ten dage zijn. Überhaupt is de bron nogal opgeleukt met sierstenen en een hekwerk uit de eenprocentkunstregeling, maar dat laat onverlet dat de geiserachtige erupties behoorlijk imposant zijn, inclusief de voor vulkanische verschijnselen kenmerkende rotte-eierenlucht. Het water begint allereerst zachtjes te borrelen en te bruisen, waarna vrij plotseling het waterniveau stijgt en er zich enige seconden een zuil van wel vier meter uit de bron verheft. De Brubbel brubbelt dan nog een minuut of wat na, waarop het hele spel van voren af aan begint. We komen net op tijd voordat de toeristenbussen arriveren: de eerste eruptie zien we slechts in het gezelschap van een handjevol Belgen. Bij de tweede uitbarsting die we besluiten mee te maken echter is het dringen geblazen. Daarop bezoeken we de plaatselijke imkerij, drinken wat in een veredelde Imbiss-Stube en zijn dan precies op tijd voor een derde uitbarsting (wederom een drukte van jewelste). De terugtocht naar Üdersdorf brengt ons voornamelijk afdalendergewijs over brede boswegen. Onderweg doorkruisen we het verlaten dorpje Schutz, dat bestaat uit zu verkaufen huisjes. Een potentiële horeca-uitbater blijkt zijn heil inmiddels elders te hebben gezocht.
Dag 6: Trier
Zondag 6 september 2009
Een autorit van zo'n zeventig kilometer brengt ons in het met wijnranken bezaaide Moezeldal, om precies te zijn in het historische plaatsje Trier, de oudste stad van Duitsland. Het blijkt een levendige, zij het erg toeristische plaats te zijn, met een aantal belangwekkende, fraai gerestaureerde gebouwen en goed geconserveerde overblijselen van een Romeins verleden. Met gemak brengen we hier tot de namiddag door en na een vroege avondmaaltijd keren we huiswaarts.