Picos I Love You
Wandelen in de Picos de Europa
De Picos de Europa, zo genoemd omdat de witgrijze toppen naar zeggen het eerste was dat zeelieden van het Avondland konden ontwaren, vormen een kleine, maar zeer grillige bergketen in het uiterste noorden van Spanje. Naast het wandelpotentieel, de cider en de kazen staat het onder de rook van de Golf van Biskaje gelegen gebied bekend om het wispelturige weer; motregenvitrages en hardnekkige mist zijn er zo vanzelfsprekend als andere voor de hand liggende dingen. Kleding voor vier seizoenen maakte dan ook deel uit van mijn paklijst – met de kennis van nu voor de kat z'n viool: gedurende een volle week werd de zon geen strobreed in de weg gelegd en putte het kwik zich uit in thermische vreugdesprongetjes.
Dag 1: Alverna – Amsterdam – Bilbao – Las Arenas de Cabrales
Zaterdag 23 september 2023
Vroeg uit de veren om me in nog geen twee uur door Neêrlands trots in de lucht naar Bilbao te laten vliegen. Het bescheiden gedimensioneerde ontvangstgebouw is, net als het station van Luik, een ontwerp van Santiago Calatrava en heeft, met een snufje fantasie weliswaar, de vorm van een Concorde – niet per se een aanbeveling voor de luchtvaart. We – dat wil zeggen M., scribent dezes en nog een tiental natuurliefhebbers – worden welkom geheten door een enigszins sjofele verschijning, wiens smakelijke, doch schier eindeloze woordenstroom is behept met een moddervette Engelse tongval, maar die met een Spaanse is getrouwd, al ruim dertig jaar resideert aan de voet van de Picos en aldaar een handvol kilo's geleden furore heeft gemaakt als speleoloog en duiker. Heden ten dage bestiert hij onze uitvalsbasis voor de komende week, een goedlopend en naar zal blijken uiterst sympathiek horecabedrijf juist buiten het Vijlen van Spanje, en schittert hij achter de potten en pannen.
Een rit van tweeënhalf uur langs de noordkust van het Iberisch schiereiland, met rechts de Golf van Biskaje en links een golvend land dat doet denken aan de Eifel totdat de kantelen van de Picos aan de einder opdoemen, brengt ons in Las Arenas de Cabrales, waar M. en ik na het inchecken een terrasje op een achterafgelegen pleintje vinden om wat te nuttigen. Het kalme, in het dal van het riviertje de Cares opgetrokken plaatsje herbergt een handvol barretjes, restaurants en kleinschalige hotels en kent een winkelaanbod dat is afgestemd op wandelaars. We handhaven de chillaxmodus op het buitenterras van het hotel, dat prachtig uitzicht biedt op de omringende weides en voetheuvels. Even voor 19.30 uur schuiven we aan voor een hoogstaand viergangendiner, een ritueel dat zich elke avond zal gaan voltrekken.
Een rit van tweeënhalf uur langs de noordkust van het Iberisch schiereiland, met rechts de Golf van Biskaje en links een golvend land dat doet denken aan de Eifel totdat de kantelen van de Picos aan de einder opdoemen, brengt ons in Las Arenas de Cabrales, waar M. en ik na het inchecken een terrasje op een achterafgelegen pleintje vinden om wat te nuttigen. Het kalme, in het dal van het riviertje de Cares opgetrokken plaatsje herbergt een handvol barretjes, restaurants en kleinschalige hotels en kent een winkelaanbod dat is afgestemd op wandelaars. We handhaven de chillaxmodus op het buitenterras van het hotel, dat prachtig uitzicht biedt op de omringende weides en voetheuvels. Even voor 19.30 uur schuiven we aan voor een hoogstaand viergangendiner, een ritueel dat zich elke avond zal gaan voltrekken.
Dag 2: Las Arenas de Cabrales – Inguanzo – Las Arenas de Cabrales
Zondag 24 september 2023
Als opwarmertje maken we vanuit ons hotel een wandeling rond de vallei van Las Arenas de Cabrales. Aangezien we vandaag niet hoger komen dan 720 meter, is louter uitbundig groen ons deel. Onze even aimabele als door de wol geverfde gids Fran leidt ons door het centrum van Las Arenas, waarna we een geleidelijk stijgend keienpad nemen door een gebied dat in vroegere tijden van armoede aan ontbossing onderhevig is geweest, maar is herbeplant met imposante Amerikaanse eiken. Algauw bieden openingen in het struweel uitzichten op de kalkstenen torens in het hart van de Picos. Verderop voert de tocht door heuvelige weilanden, alhier vega's geheten, waarin de panorama's akoestisch worden begeleid door de kalmerende bellen van koeien en paarden, en het opgewonden geblaf van jachthonden. We worden gegroet door een jager, die een feloranje hesje draagt en aldus niet enkel herkenbaar is voor zijn collega's, maar ook voor zijn prooi. Onderlangs een langgerekte rotspartij ligt een onbewaakte gitaarkoffer in de berm.
We verruilen de gemakkelijke onverharde weg voor een eerste beproeving, te weten een scherp dalend, glibberig modderspoor boordevol keien in de richting van een paar stenen huizen in de vallei. In de beschutting van een groepje bomen bepotelen we onze lunchpakketten, onze knieën nog naknikkend. In het naburige Inguanzo bestormen we de dorpskroeg om de dorstige kelen te smeren.
Na het bedwingen van de lokale Muur van Hoei en een gematigd steil struinpaadje is het uitrollen geblazen naar het hotel, waar in het belendende tuinterras de cola en het bier vloeien als een dolle. Tijdens het diner waagt een enkeling zich aan de cider, die een centrale rol vervult in de cultuur en de tradities van Asturië. Het appelige goedje dient vanaf een meter hoogte te worden ingeschonken en met vergelijkbaar aplomb adje te worden getrokken. Gememoreerde gebruiken blijven aan de Nederlandse tafel echter achterwege, hetgeen wellicht de onaangenaam wrange smaak van het brouwsel verklaart.
We verruilen de gemakkelijke onverharde weg voor een eerste beproeving, te weten een scherp dalend, glibberig modderspoor boordevol keien in de richting van een paar stenen huizen in de vallei. In de beschutting van een groepje bomen bepotelen we onze lunchpakketten, onze knieën nog naknikkend. In het naburige Inguanzo bestormen we de dorpskroeg om de dorstige kelen te smeren.
Na het bedwingen van de lokale Muur van Hoei en een gematigd steil struinpaadje is het uitrollen geblazen naar het hotel, waar in het belendende tuinterras de cola en het bier vloeien als een dolle. Tijdens het diner waagt een enkeling zich aan de cider, die een centrale rol vervult in de cultuur en de tradities van Asturië. Het appelige goedje dient vanaf een meter hoogte te worden ingeschonken en met vergelijkbaar aplomb adje te worden getrokken. Gememoreerde gebruiken blijven aan de Nederlandse tafel echter achterwege, hetgeen wellicht de onaangenaam wrange smaak van het brouwsel verklaart.
Dag 3: Las Arenas de Cabrales – Canales – Cabeza Pandescura – La Molina – Las Arenas de Cabrales
Maandag 25 september 2023
Een korte transfer brengt ons in Canales, waarna we beurtelings stijgen en dalen over boerenpaden door vega's vol grazende koeien en paarden. Het weerbeeld, uitbundige zonneschijn, is onveranderd, zij het dat de temperatuur zich ten opzichte van gisteren koest houdt; een onmiskenbaar voordeel in het open landschap dat vandaag ons decor vormt. Op de passen kunnen we achter de woeste rotsmassieven duidelijk de Golf van Biskaje onderscheiden, een teken dat de overgang van zee naar hooggebergte vrij abrupt is ter hoogte van de Picos. We lopen tegen de klok in om de Pandescura, een even markante als dubbele rotspiek in het voor het overige glooiende land. Ik laat de toppoging achterwege, ten faveure van een lange lunchpauze met een weids bergpanorama voor me. Boven een kloof aan mijn linkerhand voert een vlucht vale gieren een op thermische leest geschoeide choreografie uit.
Gelaafd en gevoederd dalen we gestaag af in de zojuist gememoreerde kloof, uitmondend in een stenige rivieroversteek op blote voeten. Met het nodige gas op de lolly laten we een gemakkelijk oeverpad onze zolen zien, ons nog onbewust van een venijnig slotklimmetje over een Romeins ezelpad. In La Molina staan ten slotte de busjes klaar om ons naar afpilsing, douche en avondmaaltijd te vervoeren.
Gelaafd en gevoederd dalen we gestaag af in de zojuist gememoreerde kloof, uitmondend in een stenige rivieroversteek op blote voeten. Met het nodige gas op de lolly laten we een gemakkelijk oeverpad onze zolen zien, ons nog onbewust van een venijnig slotklimmetje over een Romeins ezelpad. In La Molina staan ten slotte de busjes klaar om ons naar afpilsing, douche en avondmaaltijd te vervoeren.
Dag 4: Las Arenas de Cabrales – Poncebos – Caín de Valdeón – Poncebos – Las Arenas de Cabrales
Dinsdag 26 september 2023
De Ruta del Cares is de bekendste dagwandeling in de Picos de Europa, en naar verluidt zelfs een van de populairste in heel Spanje. Het pad wurmt zich tussen twee nagenoeg loodrechte rotswanden door, gevormd door de eroderende werking van het riviertje de Cares, dat buldert en borrelt in de diepte. We worden afgezet in Poncebos, een gehucht dat slechts bestaat uit twee hotels en een waterkrachtcentrale. Vanuit Caín de Valdeón, aan het andere uiteinde van de Ruta del Cares, wordt een deel van het rivierwater door een hooggelegen levada geleid, waarna het ter hoogte van Poncebos met geweld naar beneden stort via twee dikke buizen. We volgen het pad dat oorspronkelijk in de rotsen was uitgehouwen voor het onderhoud van het betonnen kanaal. Heden ten dage weet menig toerist uit binnen- en buitenland de wandelroute te vinden, gezien het aantal auto's dat reeds halverwege de ochtend in de bermen van het smalle toegangsweggetje staat geparkeerd. In de praktijk zal de drukte echter reuze mee blijken te vallen; bovendien geeft de menselijke aanwezigheid op de foto's een idee van de duizelingwekkende afmetingen van de kloof.
De tocht begint met een klim van een klein uur en vlakt na het passeren van een tweetal vervallen opstallen af. De richel die we stoïcijns volgen is breed, doch ongezekerd; jaarlijks zijn er slachtoffers te betreuren die in een vlaag van onoplettendheid met hun selfiesticks naar beneden kukelen, een wisse dood tegemoet. Halt houden is derhalve het devies tijdens het met opengesperde mond bewonderen van de vele honderden meters hoge muren van kalksteen. Hier en daar moeten we om een verdwaalde berggeit heen lopen. Ruim twee uur gaans verderop stuiten we op enkele van de weinige horizontale elementen in onderhavige verticale wereld, in de vorm van drie loopbruggen. Na enkele vochtige tunnels, waarin een zaklamp geen overbodige luxe was geweest, bereiken we een stuwdam en zijn de picknickbanken en kiosken van Caín niet ver meer.
Aangezien de afstand tussen Caín en Poncebos over de weg meer dan honderd kilometer bedraagt, aanvaarden we de terugweg per benenwagen over hetzelfde pad door de zogenoemde Garganta Divina (Goddelijke Kloof) – een luttele twaalf kilometer. De zon schijnt onverbiddelijk na een bewolkte start van de dag, en het verkoelende blikje citroenlimonade op het terrasje in Poncebos is dan ook meer dan welkom.
De tocht begint met een klim van een klein uur en vlakt na het passeren van een tweetal vervallen opstallen af. De richel die we stoïcijns volgen is breed, doch ongezekerd; jaarlijks zijn er slachtoffers te betreuren die in een vlaag van onoplettendheid met hun selfiesticks naar beneden kukelen, een wisse dood tegemoet. Halt houden is derhalve het devies tijdens het met opengesperde mond bewonderen van de vele honderden meters hoge muren van kalksteen. Hier en daar moeten we om een verdwaalde berggeit heen lopen. Ruim twee uur gaans verderop stuiten we op enkele van de weinige horizontale elementen in onderhavige verticale wereld, in de vorm van drie loopbruggen. Na enkele vochtige tunnels, waarin een zaklamp geen overbodige luxe was geweest, bereiken we een stuwdam en zijn de picknickbanken en kiosken van Caín niet ver meer.
Aangezien de afstand tussen Caín en Poncebos over de weg meer dan honderd kilometer bedraagt, aanvaarden we de terugweg per benenwagen over hetzelfde pad door de zogenoemde Garganta Divina (Goddelijke Kloof) – een luttele twaalf kilometer. De zon schijnt onverbiddelijk na een bewolkte start van de dag, en het verkoelende blikje citroenlimonade op het terrasje in Poncebos is dan ook meer dan welkom.
Dag 5: Las Arenas de Cabrales – Llanes – Las Arenas de Cabrales
Woensdag 27 september 2023
Het bedienende personeel, alsmede onze gids Fran genieten een Ruhetag. Twee busjes worden opgetrommeld om ons in de loop van ochtend af te leveren aan de kust, waar we een gemarkeerde route naar het badplaatsje Llanes (door ons in een Seth Gaaikema-esk moment verbasterd tot Jannes) kunnen oppakken. Volgens een informatiepaneel beloopt de wandeling het lieve sommetje van 6,6 kilometer, maar doordat we wegens een vermoedelijke gemiste afslag in een wildernis zouden geraken, zou het een beetje beetje meer worden.
Vanaf een knooppunt van wandelpaden – waaronder de Camino de Santiago – lopen we recht op de zee af en gaan vervolgens al hoogte winnend oostwaarts. Gezien de graffiti op borden en picknicktafels zijn Nederlanders hier om onopgehelderde redenen ongenode gasten. We ronden het Spaanse zusje van de Texelse Slufter en nemen een pad dat bovenlangs de kliffen voert. Na het even per abuize als avontuurlijke zijsprongetje vinden we het hoofdpad terug op het punt waar aan de rechterhand de buitenwijken van Llanes reeds opdoemen. Ik waan me in een mijnstadje in West-Roemenië in plaats van aan de Costa Verde. Thans bewandelen we een promenade over de vestingwerken aan de zeezijde, maar wie zou deze grauwe verzameling flats in vredesnaam willen veroveren?
Juist op het moment dat de respectievelijke magen beginnen te knorren verschijnt er te midden van de hoogbouw iets wat op een historisch centrum lijkt. Op het plaatselijke Stratumseind is een royaal terras en een stevige lunch fluks gevonden. Via een toeristische route door de verrassend aantrekkelijke binnenstad melden we ons tegen het einde van de middag bij het stadsstrand, vanwaar de busjes weer naar Las Arenas de Cabrales vertrekken.
Rond zonsondergang vinden we een simpel, doch gezellig barretje, waar we met uitzicht op een Xenos-rietscherm en een kleurrijk krattenassorti een alleszins degelijk vorkje prikken.
Vanaf een knooppunt van wandelpaden – waaronder de Camino de Santiago – lopen we recht op de zee af en gaan vervolgens al hoogte winnend oostwaarts. Gezien de graffiti op borden en picknicktafels zijn Nederlanders hier om onopgehelderde redenen ongenode gasten. We ronden het Spaanse zusje van de Texelse Slufter en nemen een pad dat bovenlangs de kliffen voert. Na het even per abuize als avontuurlijke zijsprongetje vinden we het hoofdpad terug op het punt waar aan de rechterhand de buitenwijken van Llanes reeds opdoemen. Ik waan me in een mijnstadje in West-Roemenië in plaats van aan de Costa Verde. Thans bewandelen we een promenade over de vestingwerken aan de zeezijde, maar wie zou deze grauwe verzameling flats in vredesnaam willen veroveren?
Juist op het moment dat de respectievelijke magen beginnen te knorren verschijnt er te midden van de hoogbouw iets wat op een historisch centrum lijkt. Op het plaatselijke Stratumseind is een royaal terras en een stevige lunch fluks gevonden. Via een toeristische route door de verrassend aantrekkelijke binnenstad melden we ons tegen het einde van de middag bij het stadsstrand, vanwaar de busjes weer naar Las Arenas de Cabrales vertrekken.
Rond zonsondergang vinden we een simpel, doch gezellig barretje, waar we met uitzicht op een Xenos-rietscherm en een kleurrijk krattenassorti een alleszins degelijk vorkje prikken.
Dag 6: Las Arenas de Cabrales – Tielve – Peña Maín – Cabeza la Mesa – Las Arenas de Cabrales
Donderdag 28 september 2023
Met een totale stijging van 1.050 meter en dito daling van 740 meter kan de etappe van vandaag worden gekenschetst als de koninginnenrit. In het hart van Nationaal Park Picos de Europa omvat de warming-up louter het kruisen van een eeuwenoud bruggetje, waarna subiet een steile klim aanvangt door de nederzetting Tielve. We houden een op een plateautje gesitueerde, ommuurde begraafplaats aan de rechterhand en maken dan een ruime bocht langs een resem stenen herdershutten en een losse groep grazend vee. Steenmannetjes wijzen de weg over de vega's, waarna we de gemakkelijk begaanbare graslanden verruilen voor een glibberig, rap hoogte winnend slingerpaadje doorheen een vegetatiezone met heide en bos. Na deze pittige passage bevinden we ons boven de boomgrens en ontsluit zich een spectaculair kalkstenen maanlandschap aan ons; de Picos in optima forma! We bedwingen een eerste rotskegel, de Peña Maín, en bereiken al snel de top van een tweede, de Cabeza la Mesa, die is gehuld in een aura van naar goudeerlijk wandelzweet talende vliegjes. Luttele meters lager is de overlast gedecimeerd en verorber ik mijn brood, onderwijl de schitterende panorama's over de ruige bergmassieven en de Golf van Biskaje aan de noordelijke kim in me opnemend. Er is geen geluid, dat van een sporadisch zuchtje wind daargelaten.
De onvermijdelijke afdaling door heidegewassen komt na twee uur uit bij een verspreid groepje herdersverblijven. Naar de verharde weg is het dan nog even klimmen in de laagstaande koperen ploert die ons ongehinderd kan geselen.
De onvermijdelijke afdaling door heidegewassen komt na twee uur uit bij een verspreid groepje herdersverblijven. Naar de verharde weg is het dan nog even klimmen in de laagstaande koperen ploert die ons ongehinderd kan geselen.
Dag 7: Las Arenas de Cabrales – Picos de Mancondíu – Las Arenas de Cabrales
Vrijdag 29 september 2023
De afsluitende rondwandeling start en eindigt op een respectabele hoogte van 1.300 meter en voert door een voormalig mijnbouwgebied, dat echter al tientallen jaren buiten gebruik is. Voordat de toegangswegen tot de mijnen werden overgenomen door wandelaars, werd er hoofdzakelijk zink gewonnen. Het verleden is tot de dag van vandaag zichtbaar middels een enkele mijnschacht en de overblijfselen van de opstallen waarin de koempels plachten te overnachten.
Vanaf de parkeerplaats begint het brede, stenige mijnspoor met een zonder meer te behappen hellingspercentage te klimmen. De afgelopen dagen hebben echter hun tol geëist in de vorm van het spreekwoordelijke pap in de benen: na een stop van sanitaire aard kost het me de nodige moeite de staart van het peloton te bereiken. Pas bij een metalen berghut, waar we een kwartiertje rusten in de schaduw, gaat mijn aandacht weer onverdeeld uit naar de woeste, kale omgeving. De laatste tweehonderd hoogtemeters naar de dubbele top van de Mancondíu, die een fikse klauterpartij behelzen, laat ik gevoeglijk aan me voorbijgaan. Afgezien van de bellen van koeien en paarden, die zich buiten ons gezichtsveld ophouden, is de stilte wederom oorverdovend. De laatste afdaling gaat gepaard met vista's die een nieuwe dimensie geven aan het begrip weids.
Vanaf de parkeerplaats begint het brede, stenige mijnspoor met een zonder meer te behappen hellingspercentage te klimmen. De afgelopen dagen hebben echter hun tol geëist in de vorm van het spreekwoordelijke pap in de benen: na een stop van sanitaire aard kost het me de nodige moeite de staart van het peloton te bereiken. Pas bij een metalen berghut, waar we een kwartiertje rusten in de schaduw, gaat mijn aandacht weer onverdeeld uit naar de woeste, kale omgeving. De laatste tweehonderd hoogtemeters naar de dubbele top van de Mancondíu, die een fikse klauterpartij behelzen, laat ik gevoeglijk aan me voorbijgaan. Afgezien van de bellen van koeien en paarden, die zich buiten ons gezichtsveld ophouden, is de stilte wederom oorverdovend. De laatste afdaling gaat gepaard met vista's die een nieuwe dimensie geven aan het begrip weids.
Dag 8: Las Arenas de Cabrales – Bilbao – Amsterdam – Alverna
Zaterdag 30 september 2023
Op een alleszins christelijk tijdstip brengt een taxibusje ons naar de luchthaven van Bilbao. De playlist van de chauffeur, die louter bestaat uit even lome als Spaanse, door menig accordeonloopje en corazón bezwangerde formuledeunen, zorgt onbedoeld voor een melige sfeer achterin het super-G'ende voertuig. Incidenteel permitteert de componist zich een tegendraads ritme dan wel een huilende gitaar in het intro, maar wordt dan na een maat of drie door een onzichtbare macht weer in het gareel gebracht. Naast de pijniging der trommelvliezen is er echter oog voor de dekbedden van grondmist die de Asturische en Cantabrische periferieën zo mogelijk nog verder verfraaien.