Kerstpakketreis
Geheel verzorgd het jaar uit in de Algarve
Op een even sombere als kille novemberavond in het jaar des Heren 2022 toog ik ter Lux ter consumering van de Oostenrijkse rolprent Rimini. De gelijknamige Italiaanse badplaats vormt het decor van onderhavige tragikomedie en wordt letterlijk en figuurlijk niet bepaald in het zonnetje gezet: de opnames vonden plaats op het absolute nulpunt van het laagseizoen, als de stranden niet worden overspoeld door uitbrakkende dan wel begerige adolescenten, maar door nevel, laaghangende bewolking, motregen en in dit zeldzame geval voorwaar een bescheiden laagje sneeuw. In deze droefgeestige meteorologische omstandigheden zijn de betonnen hotelcomplexen verstoken van welke franje dan ook en worden de kamers louter verhuurd aan treurtripaficionado's en pensionado's, op zoek naar enig vertier, zoals dat in Rimini bijvoorbeeld geboden wordt door de over-the-hille schlagerzanger annex gigolo Richie Bravo.
Scribent dezes heeft het behaagd een wandelreis te boeken in de Algarve, de Portugese kuststreek die evenzeer wordt gekenmerkt door badplaatsen en strandtoerisme in het zomerseizoen. Ik ben echter op het Iberisch schiereiland in en rond het interbellum tussen Kerst en Oud en Nieuw, goeddeels in de decembermaand derhalve, die volgens de klimaatboeken de minste zonuren en de meeste neerslag in petto heeft. Menig illusionair kaarsje heb ik dan bij voorbaat ook opgestoken ter voorkoming van het geschetste Rimini-echec.
Scribent dezes heeft het behaagd een wandelreis te boeken in de Algarve, de Portugese kuststreek die evenzeer wordt gekenmerkt door badplaatsen en strandtoerisme in het zomerseizoen. Ik ben echter op het Iberisch schiereiland in en rond het interbellum tussen Kerst en Oud en Nieuw, goeddeels in de decembermaand derhalve, die volgens de klimaatboeken de minste zonuren en de meeste neerslag in petto heeft. Menig illusionair kaarsje heb ik dan bij voorbaat ook opgestoken ter voorkoming van het geschetste Rimini-echec.
Dag 1: Alverna – Amsterdam – Faro – Praia do Carvoeiro
Vrijdag 23 december 2022
Na een op meteorologisch vlak mistroostige dag met een manifest werken-eten-slapenritme en een rit over schier uitgestorven autostrades rendez-vous ik in het holst van de nacht op de al even verlaten nationale luchthaven met het koppel dat de aanstaande wandelvakantie in goede banen zal leiden en de overige deelnemers. Een oponthoud voor de röntgenmachinerie ter lengte van de debuutsingle Nee's niks van De Raggende Manne en een onberispelijke prestatie van Transavia volgen, waarna de reisbegeleiding ons per minibus, de zonderlinge afslag Montenegro negerend, aflevert bij onze royale appartementjes onder de rook van Praia do Carvoeiro – wij mogen Carvoeiro zeggen – aan de Portugese zuidkust.
Terwijl de kamers gereed worden gemaakt voor onze respectievelijke ingebruikname, brunchen we op het op het met koud water behepte zwembad uitkijkende terras. De voorbarige angst voor Rimini-tristesse verdwijnt terstond als sneeuw voor de zon: onderhavige koperen ploert zet haar beste beentje voor en het kwik stijgt naar waarden waar de klimatologische annalen slechts van kunnen dromen – een gerieflijk weertype dat zich gedurende de komende anderhalve week niet zonder slag of stoot terzijde zal blijken te laten schuiven.
's Middags nemen we de tijd voor een korte kennismakingswandeling langs de kust. De route voert ons aanvankelijk over een steil, glibberig paadje, maar wint dan aan eenvoud dankzij plankieren. Aan de linkerhand baden de voor deze kuststreek kenmerkende kliffen in het gouden licht van de laagstaande zon, onderwijl het beuken der zee verdurend. Ter rechterzijde is het met vetplanten, palmbomen en ander Mediterraan struweel gelardeerde landschap besprenkeld met een keur aan even Dato-witte als riante optrekjes, die zonder uitzondering zijn opgeleukt met speelse torentjes en andere invloeden uit de Moorse architectuur. Het voornamelijk onder ouderen van dagen in zwange overwinteringsoord indachtig kan een tweetal reusachtige hotelcomplexen niet ontbreken. In downtown Carvoeiro vinden we een handvol eetgelegenheden; voor hedenavond opteren we voor een etablissement waar de Portugese keuken de menukaart kleurt. Als het, na een resem wegtrekkers mijnerzijds, zover is, laat de bediening zich van zijn warrigste kant zien, doch dat laat onverlet dat de lokale rode wijn hacheltechnisch ruimschoots voldoet en de chef een zalige cataplana – een in een gelijknamige pan bereide visschotel – weet te fabrieken.
Terwijl de kamers gereed worden gemaakt voor onze respectievelijke ingebruikname, brunchen we op het op het met koud water behepte zwembad uitkijkende terras. De voorbarige angst voor Rimini-tristesse verdwijnt terstond als sneeuw voor de zon: onderhavige koperen ploert zet haar beste beentje voor en het kwik stijgt naar waarden waar de klimatologische annalen slechts van kunnen dromen – een gerieflijk weertype dat zich gedurende de komende anderhalve week niet zonder slag of stoot terzijde zal blijken te laten schuiven.
's Middags nemen we de tijd voor een korte kennismakingswandeling langs de kust. De route voert ons aanvankelijk over een steil, glibberig paadje, maar wint dan aan eenvoud dankzij plankieren. Aan de linkerhand baden de voor deze kuststreek kenmerkende kliffen in het gouden licht van de laagstaande zon, onderwijl het beuken der zee verdurend. Ter rechterzijde is het met vetplanten, palmbomen en ander Mediterraan struweel gelardeerde landschap besprenkeld met een keur aan even Dato-witte als riante optrekjes, die zonder uitzondering zijn opgeleukt met speelse torentjes en andere invloeden uit de Moorse architectuur. Het voornamelijk onder ouderen van dagen in zwange overwinteringsoord indachtig kan een tweetal reusachtige hotelcomplexen niet ontbreken. In downtown Carvoeiro vinden we een handvol eetgelegenheden; voor hedenavond opteren we voor een etablissement waar de Portugese keuken de menukaart kleurt. Als het, na een resem wegtrekkers mijnerzijds, zover is, laat de bediening zich van zijn warrigste kant zien, doch dat laat onverlet dat de lokale rode wijn hacheltechnisch ruimschoots voldoet en de chef een zalige cataplana – een in een gelijknamige pan bereide visschotel – weet te fabrieken.
Dag 2: Praia do Carvoeiro – Ermida de Nossa Senhora da Rocha – Praia do Carvoeiro
Zaterdag 24 december 2022
Ik trek de gordijnen open en ontwaar, naast een flinter Atlantische Oceaan, een bewolkt uitspansel. We krijgen een royaal ontbijt en doen inkopen voor de lunch. Gedurende de ochtend warmt het op en komt er allengs meer blauw in de lucht. Vanuit het hotel gaan we per benenwagen oostwaarts en bereiken al snel het beginpunt van de populairste wandeltocht van de Algarve, de Percurso dos Sete Vales Suspensos, ofwel het pad der zeven hangende valleien. De rood-gele tekens leiden ons op fraaie wijze bovenlangs de kliffen, waartussen zich op gezette afstanden beschutte baaitjes met verlaten strandjes ophouden. De onderhavige zeven valleien, waarvan het hangende karakter voor scribent dezes niet direct evident is, hebben het nodige reliëf tot gevolg; bij sommige korte, doch steile afdalingen betaalt een weinig bergwandelervaring zich zelfs onmiddellijk uit. We passeren enkele omheinde blaasgaten en de zee is als uit de catalogus van Corendon.
De gemarkeerde route eindigt bij een roedel door zwerfkatten belegen picknickbanken, waar we onze broodjes gebruiken, aangevuld met een glas vers geperst sinaasappelsap en een baksteen pastel de nata, aangeschaft bij een naburig stalletje. Gelaafd en gevoederd volgen we de kustlijn nog een uurtje of anderhalf, tot we uitkomen bij een zestiende-eeuws, pront op een landtong gesitueerd kapelletje.
Vermits de avond voor Kerst in het Portugese een uitgesproken familieaangelegenheid is, worden we in het hotelrestaurant reeds vlak na zonsondergang ter diner genood. Het buffet is buitengewoon ruimhartig en mag er, als additionele kwaliteitsindicatoren er met de spreekwoordelijke haren bij worden gesleept, ook zeker zijn. Een en ander doet de rode wijn en dito port vloeien als een dolle.
De gemarkeerde route eindigt bij een roedel door zwerfkatten belegen picknickbanken, waar we onze broodjes gebruiken, aangevuld met een glas vers geperst sinaasappelsap en een baksteen pastel de nata, aangeschaft bij een naburig stalletje. Gelaafd en gevoederd volgen we de kustlijn nog een uurtje of anderhalf, tot we uitkomen bij een zestiende-eeuws, pront op een landtong gesitueerd kapelletje.
Vermits de avond voor Kerst in het Portugese een uitgesproken familieaangelegenheid is, worden we in het hotelrestaurant reeds vlak na zonsondergang ter diner genood. Het buffet is buitengewoon ruimhartig en mag er, als additionele kwaliteitsindicatoren er met de spreekwoordelijke haren bij worden gesleept, ook zeker zijn. Een en ander doet de rode wijn en dito port vloeien als een dolle.
Dag 3: Praia do Carvoeiro – Galé – Armação de Pêra – Galé – Praia do Carvoeiro
Zondag 25 december 2022
"Bom Natal!" klinkt het in tout Portugal.
Van een hysterische kerstsfeer zoals in Nederland steeds meer te doen gebruikelijk is in de gelagzaal – en zoals weldra aan het licht zal komen ook elders – hoegenaamd geen sprake: een ingetogen, smaakvol opgetuigde boom staat in een hoek opgesteld en uit de luidsprekers klinken noch opdringerige, noch aan enige feestdag gelieerde middle-of-the-roadmelodieën. Ook de weergoden wagen zich allerminst aan reeds veelvuldig bezongen kerststrapatsen: het kwik reikt tot zeer ruim in de plus en de Jacob van Ruisdael-eske luchten weigeren te leveren, als het gaat om sneeuw – of welke andere vorm van neerslag dan ook.
Een opeenvolging van bochtige, een enkele keer zelfs onverharde secundaire en tertiaire weggetjes voeren doorheen een Twents coulisselandschap, met palmen en een handvol verdwaalde ketenhotels weliswaar, dat in weinig tot geen opzichten aan de Algarve doet denken. We laten de busjes achter op een parkeerplaats te Galé en lopen meteen het gouden zandstrand op. Lage duinen scheiden de Algarve van Twente; verspreid in de branding liggen grillige kalkrotsen. Ruim vijf kilometer verderop vinden we warempel een geopende strandtent aan de rafelrand van Armação de Pêra, een middelgrote badplaats die is geoutilleerd met een aarzelende skyline en die is gelegen in een bocht waar de duinen plaatsmaken voor de kliffenkust die we gisteren bepotelden.
Na de koffie keren we via een route meer landinwaarts terug naar Galé. De inwendige mens krijgt aandacht aan de oever van een met allerhande vogelspul behepte kreek, waarna we verder wandelen door een moerassig overloopgebied. In Galé pikken we andermaal een terrasje alvorens we de terugreis aanvaarden.
In een zachte regen spoeden we ons naar het horeca-accentgebied van Carvoeiro, waar we plaatsnemen in het restaurant dat als enige de deuren heeft geopend. De even Indiase als opgediste spijzen zijn de moeite van het wachten dubbel en dwars waard.
Van een hysterische kerstsfeer zoals in Nederland steeds meer te doen gebruikelijk is in de gelagzaal – en zoals weldra aan het licht zal komen ook elders – hoegenaamd geen sprake: een ingetogen, smaakvol opgetuigde boom staat in een hoek opgesteld en uit de luidsprekers klinken noch opdringerige, noch aan enige feestdag gelieerde middle-of-the-roadmelodieën. Ook de weergoden wagen zich allerminst aan reeds veelvuldig bezongen kerststrapatsen: het kwik reikt tot zeer ruim in de plus en de Jacob van Ruisdael-eske luchten weigeren te leveren, als het gaat om sneeuw – of welke andere vorm van neerslag dan ook.
Een opeenvolging van bochtige, een enkele keer zelfs onverharde secundaire en tertiaire weggetjes voeren doorheen een Twents coulisselandschap, met palmen en een handvol verdwaalde ketenhotels weliswaar, dat in weinig tot geen opzichten aan de Algarve doet denken. We laten de busjes achter op een parkeerplaats te Galé en lopen meteen het gouden zandstrand op. Lage duinen scheiden de Algarve van Twente; verspreid in de branding liggen grillige kalkrotsen. Ruim vijf kilometer verderop vinden we warempel een geopende strandtent aan de rafelrand van Armação de Pêra, een middelgrote badplaats die is geoutilleerd met een aarzelende skyline en die is gelegen in een bocht waar de duinen plaatsmaken voor de kliffenkust die we gisteren bepotelden.
Na de koffie keren we via een route meer landinwaarts terug naar Galé. De inwendige mens krijgt aandacht aan de oever van een met allerhande vogelspul behepte kreek, waarna we verder wandelen door een moerassig overloopgebied. In Galé pikken we andermaal een terrasje alvorens we de terugreis aanvaarden.
In een zachte regen spoeden we ons naar het horeca-accentgebied van Carvoeiro, waar we plaatsnemen in het restaurant dat als enige de deuren heeft geopend. De even Indiase als opgediste spijzen zijn de moeite van het wachten dubbel en dwars waard.
Dag 4: Praia do Carvoeiro – Monchique – Praia do Carvoeiro
Maandag 26 december 2022
Gisteren konden we vanuit onze respectievelijke busjes al constateren dat de stadjes, dorpjes en toeristencentra zich in de Algarve direct grenzend aan de stranden en kliffen plegen te concentreren; het schaars bewoonde achterland begint feitelijk een paar honderd meter landinwaarts. Vandaag begeven we ons nog een eind verder het binnenland in en staat een stevige rondwandeling in het Monchique-gebergte op het programma. Terwijl de weg geleidelijk stijgt wordt het zonovergoten landschap groener en groener, en daalt het aantal nederzettingen tot vlak boven het spreekwoordelijke vriespunt. De weinige gehuchten die er nog wel zijn lijken uit louter paradijsjes voor de doe-het-zelver te bestaan; er is amper een levende ziel te bekennen – levende zielen die nog enigszins recht zouden kunnen doen aan de aanwezigheid van verkeerslichten langs de weg, want ten behoeve van het beveiligen van kruisingen zijn ze ontegenzeglijk niet geplaatst.
We rijden door een open stuk in het bos en ontwaren aan beide zijden van de weg tientallen ooievaarsnesten, zonder uitzondering bewoond door ooievaarspaartjes. Het uiverdorp is in boomtoppen en bovenop elektriciteitspalen gebouwd. Gezien de eenzijdige bevolkingssamenstelling van onderhavige streek – gepensioneerden galore – moet het hier hangooievaars betreffen, immers, het bezorgen van pasgeborenen is een activiteit die in de wijde omtrek tot een grijs verleden behoort.
In the middle of nowhere is, qua tang op varken, een strak vormgegeven veelsterrenkuurhotel verrezen.
Monchique, in de schaduw van het dak van de Algarve, is halverwege de ochtend op Tweede Kerstdag een slaperig stadje met hellende klinkerstraatjes, een handvol aardige panden, een centraal plein met bankjes, een fontein en een kleurrijk wandmozaïek, en slenterende oude baasjes. In een barretje tegenover de parkeergarage doet een kleine, besnorde man op z'n elfendertigst een pijpje pils en een pasteitje; wij houden het bij een functionele espresso en een dito bezoek aan nummer honderd en gaan dan op pad.
We passeren enkele uitspanningen en winkeltjes, die alle gesloten zijn maar desalniettemin de regiofunctie van Monchique onderstrepen, en klimmen dan kronkelend het bos in, totdat we na een kwartiertje voor de ruïne van het zeventiende-eeuwse klooster Nossa Senhora do Desterro staan. Het gebouw huisvestte een orde van franciscaner monniken, totdat het op 1 november 1755 werd getroffen door dezelfde aardbeving die een groot deel van Lissabon verwoestte en een tsunami veroorzaakte. Heden ten dage zijn de verwaarloosde restanten van het klooster in privébezit, maar we worden door de bewoners van harte uitgenodigd om een kijkje te nemen op de aan verwildering onderhevig zijnde binnenplaats en in de voormalige kerk. Buiten in een nis brandt een vuurtje, ten teken dat het kokkerellen aldra een aanvang zal nemen. We slaan een huisgestookt drankje vriendelijk af en zwoegen verder omhoog over onverharde slingerpaadjes; later lopen we over stille asfaltweggetjes doorheen een halfopen landschap, waarin talloze kurkeiken de hoofdrol delen. Na de picknick steken we een bijzonder fraai beekdal door en zetten we de afdaling in naar Monchique, waar de sfeer nog siëstaër is dan vanochtend. Desondanks kunnen we voor een cappuccino terecht in een knusse slijterij annex dranklokaal.
We rijden door een open stuk in het bos en ontwaren aan beide zijden van de weg tientallen ooievaarsnesten, zonder uitzondering bewoond door ooievaarspaartjes. Het uiverdorp is in boomtoppen en bovenop elektriciteitspalen gebouwd. Gezien de eenzijdige bevolkingssamenstelling van onderhavige streek – gepensioneerden galore – moet het hier hangooievaars betreffen, immers, het bezorgen van pasgeborenen is een activiteit die in de wijde omtrek tot een grijs verleden behoort.
In the middle of nowhere is, qua tang op varken, een strak vormgegeven veelsterrenkuurhotel verrezen.
Monchique, in de schaduw van het dak van de Algarve, is halverwege de ochtend op Tweede Kerstdag een slaperig stadje met hellende klinkerstraatjes, een handvol aardige panden, een centraal plein met bankjes, een fontein en een kleurrijk wandmozaïek, en slenterende oude baasjes. In een barretje tegenover de parkeergarage doet een kleine, besnorde man op z'n elfendertigst een pijpje pils en een pasteitje; wij houden het bij een functionele espresso en een dito bezoek aan nummer honderd en gaan dan op pad.
We passeren enkele uitspanningen en winkeltjes, die alle gesloten zijn maar desalniettemin de regiofunctie van Monchique onderstrepen, en klimmen dan kronkelend het bos in, totdat we na een kwartiertje voor de ruïne van het zeventiende-eeuwse klooster Nossa Senhora do Desterro staan. Het gebouw huisvestte een orde van franciscaner monniken, totdat het op 1 november 1755 werd getroffen door dezelfde aardbeving die een groot deel van Lissabon verwoestte en een tsunami veroorzaakte. Heden ten dage zijn de verwaarloosde restanten van het klooster in privébezit, maar we worden door de bewoners van harte uitgenodigd om een kijkje te nemen op de aan verwildering onderhevig zijnde binnenplaats en in de voormalige kerk. Buiten in een nis brandt een vuurtje, ten teken dat het kokkerellen aldra een aanvang zal nemen. We slaan een huisgestookt drankje vriendelijk af en zwoegen verder omhoog over onverharde slingerpaadjes; later lopen we over stille asfaltweggetjes doorheen een halfopen landschap, waarin talloze kurkeiken de hoofdrol delen. Na de picknick steken we een bijzonder fraai beekdal door en zetten we de afdaling in naar Monchique, waar de sfeer nog siëstaër is dan vanochtend. Desondanks kunnen we voor een cappuccino terecht in een knusse slijterij annex dranklokaal.
Dag 5: Praia do Carvoeiro – Lagos – Praia do Carvoeiro
Dinsdag 27 december 2022
We brengen een aanzienlijk deel van deze stralende en warme dag door in Lagos – niet de big smoke van Nigeria in onderhavige context, maar een van de grotere badplaatsen in de Algarve. Naast een jachthaven en een zone met toeristenhotels heeft het een enigszins sjofel, doch danig beslenterbaar historisch centrum in de aanbieding. Lukraak maak ik kennis met het stadje: de lokale Kalverstraat, een drietal kerken, streetart te kust en te keur, door hippies bevolkte achenebbisjsteegjes en ten slotte de opgekalefaterde overblijfselen van wat ooit een stadsmuur was. Na het verorberen van een broodje, dat gepaard gaat met een genereus supplementengamma, slenter ik zuidwaarts over de zeeboulevard, bovenlangs kliffen.
In de loop van de middag schepen we in op een boot teneinde de zandkleurige rotsen, grotten en door Moeder Natuur geschapen bruggen en tunnels een stief uur vanuit een kikvorsperspectief te bewonderen. De kapitein wijst ons plichtsgetrouw op een half safaripark aan vormen die het gesteente door erosiewerking zou hebben aangenomen, waarmee ons voorstellingsvermogen nogal op de proef wordt gesteld.
Voor het diner maken we gebruik van de voorzieningen die Carvoeiro in huis heeft, waarbij de keuze valt op een naar zal blijken uitstekend Italiaans etablissement.
In de loop van de middag schepen we in op een boot teneinde de zandkleurige rotsen, grotten en door Moeder Natuur geschapen bruggen en tunnels een stief uur vanuit een kikvorsperspectief te bewonderen. De kapitein wijst ons plichtsgetrouw op een half safaripark aan vormen die het gesteente door erosiewerking zou hebben aangenomen, waarmee ons voorstellingsvermogen nogal op de proef wordt gesteld.
Voor het diner maken we gebruik van de voorzieningen die Carvoeiro in huis heeft, waarbij de keuze valt op een naar zal blijken uitstekend Italiaans etablissement.
Dag 6: Praia do Carvoeiro – Alcoutim – Sanlúcar de Guadiana – Alcoutim
Woensdag 28 december 2022
We verplaatsen ons naar Alcoutim, waar we de tweede helft van de vakantie zullen vertoeven. Het plaatsje ter grootte van een postzegel is circa dertig kilometer landinwaarts gesitueerd, pal aan de rivier de Guadiana, die hier de Portugees-Spaanse grens markeert. Het naar Alcoutim vernoemde hotel is modern ingericht en beschikt over een tuin met zwembad die uitkijkt over het aan gene zijde van de rivier, op een helling gelegen, Spaanse Sanlúcar de Guadiana, met een fort op de heuveltop. Andermaal zijn ons warmte en zonneschijn vergund, condities die na een smakelijke en spotgoedkope lunch uitnodigen voor een middagwandeling. We nemen het pontje naar Spanje, dat wordt bestuurd door een Nederlandse pensionado (het pontje, niet Spanje), waarna stante pede de klim naar het fort aanvangt. Aanvankelijk kuieren we door de klinkerstraatjes van het stille dorp, vervolgens krijgen we even asfalt onder de zolen, waarna we na enig zoeken een stenig paadje vinden. Weliswaar blijkt het fort gesloten, maar het uitzicht mag er terdege wezen: onder ons zien we beide witte plaatsjes liggen, gescheiden door het vuilbruine water van de Guadiana. Even verderop, aan de Spaanse zijde, prijkt een tweetal Don Quichot-molentjes, terwijl de ruimte tot aan de horizon wordt ingenomen door lage, beboste heuvels.
We steken de grens weer over, lopen kriskras door Alcoutim en komen ten slotte uit bij een kunstmatig strandje aan een beek, dat ons door de bediening in het vorige hotel reeds was aangeraden – opmerkelijk, gezien de overvloed aan sublieme stranden op een steenworp afstand van Carvoeiro; wellicht is het het trio beschilderde, op een grasperk opgestelde wasmachines dat het hart van onderhavige gerant heeft gestolen. Voor minder dan een scheet en drie knikkers doen we een drankje in de aan het opgespoten zand grenzende strandtent.
Aangezien ons verblijf op basis van halfpension is, krijgen we in het hotel een driegangenmaaltijd voorgeschoteld. De valse start in de vorm van een koude eetzaal en nauwelijks warmer eten zal met de kennis van nu de opmaat zijn tot een welluidende gastronomische symfonie, oenologisch klaroengeschal incluis.
We steken de grens weer over, lopen kriskras door Alcoutim en komen ten slotte uit bij een kunstmatig strandje aan een beek, dat ons door de bediening in het vorige hotel reeds was aangeraden – opmerkelijk, gezien de overvloed aan sublieme stranden op een steenworp afstand van Carvoeiro; wellicht is het het trio beschilderde, op een grasperk opgestelde wasmachines dat het hart van onderhavige gerant heeft gestolen. Voor minder dan een scheet en drie knikkers doen we een drankje in de aan het opgespoten zand grenzende strandtent.
Aangezien ons verblijf op basis van halfpension is, krijgen we in het hotel een driegangenmaaltijd voorgeschoteld. De valse start in de vorm van een koude eetzaal en nauwelijks warmer eten zal met de kennis van nu de opmaat zijn tot een welluidende gastronomische symfonie, oenologisch klaroengeschal incluis.
Dag 7: Alcoutim – Pontal – Laranjeiras – Alcoutim
Donderdag 29 december 2022
We kopen verse broodjes met iets voor erop bij de buurtsuper, die om 9.00 uur plus een Alcoutims kwartiertje de deuren opent, en rijden naar een kilometer of acht zuidwaarts gesitueerd, kil en winderig toeristisch oriëntatiepunt. De onderhavige rondwandeling is in een dunbevolkt gebied uitgezet en vangt aan met een geleidelijke stijging over een royale zand- en gravelweg door een weids heuvelland met lage begroeiing. De staatsgrens ligt nog immer om de hoek en het kost onze telefoons dan ook de nodige moeite om overtuigd te kiezen voor de Portugese dan wel de Spaanse tijdzone.
Het is al danig opgewarmd als we net voor de helft door Torneiro wandelen, een slaperig dorpje met witte huisjes, vervallen schuren en waakse honden. Er is een wachthuisje voor een bus die nooit komt met een stookplaats en rieten stoelen; op het belendende aanplakbord hangen aankondigingen voor een dansavond en een langswippen van een cosmetisch chirurg. Een onverhard pad brengt ons al snel in het volgende, nauwelijks grotere gehucht, waarna we in het open veld pas op de plaats maken ten behoeve van de lunch. We wijken van de gemarkeerde route af en dalen over een gemakkelijke weg door een agrarisch, golvend land af, totdat enkele doorkijkjes op de meanderende Guadiana de nabijheid van Laranjeiras aankondigen. We vinden er een terras met uitzicht op de grensrivier. Een aalscholver droogt zijn vleugels op een voorbijdrijvend eiland van kreupelhout.
Uw nederige verslaggever is een van de spaarzame kaaskoppen die allerminst genegen is het dienovereenkomstige zuivelproduct, gaten of niet, te verslinden. Mede tot de verbazing van scribent dezes herbergt het borrelplankje dat het diner elke avond in het Alcoutimse voorafgaat echter een Portugees kaasje dat de uitzondering op de regel vormt. Onder het motto van een stukje kennisvergaring spreek ik een van de lieftallige serveersters aan.
"Sorry dat ik u stoor, maar welke kaas is dit?"
Enig geprevel met de ondoorgrondelijke combinatie van zoetgevooisde sisklanken en zangerige oe's die in het Portugees gemeengoed is is mijn deel.
"Hoe zegt u?"
"Queijo."
Na onderhavige spraakverwarring moet ik onvermijdelijkerwijs de conclusie trekken dat ik zal moeten leren leven met het idee dat de Schepper een kaas heeft uitgedokterd die geen ongenoegen van peristaltische snit mijnerzijds veroorzaakt, zonder te weten welke.
Het is al danig opgewarmd als we net voor de helft door Torneiro wandelen, een slaperig dorpje met witte huisjes, vervallen schuren en waakse honden. Er is een wachthuisje voor een bus die nooit komt met een stookplaats en rieten stoelen; op het belendende aanplakbord hangen aankondigingen voor een dansavond en een langswippen van een cosmetisch chirurg. Een onverhard pad brengt ons al snel in het volgende, nauwelijks grotere gehucht, waarna we in het open veld pas op de plaats maken ten behoeve van de lunch. We wijken van de gemarkeerde route af en dalen over een gemakkelijke weg door een agrarisch, golvend land af, totdat enkele doorkijkjes op de meanderende Guadiana de nabijheid van Laranjeiras aankondigen. We vinden er een terras met uitzicht op de grensrivier. Een aalscholver droogt zijn vleugels op een voorbijdrijvend eiland van kreupelhout.
Uw nederige verslaggever is een van de spaarzame kaaskoppen die allerminst genegen is het dienovereenkomstige zuivelproduct, gaten of niet, te verslinden. Mede tot de verbazing van scribent dezes herbergt het borrelplankje dat het diner elke avond in het Alcoutimse voorafgaat echter een Portugees kaasje dat de uitzondering op de regel vormt. Onder het motto van een stukje kennisvergaring spreek ik een van de lieftallige serveersters aan.
"Sorry dat ik u stoor, maar welke kaas is dit?"
Enig geprevel met de ondoorgrondelijke combinatie van zoetgevooisde sisklanken en zangerige oe's die in het Portugees gemeengoed is is mijn deel.
"Hoe zegt u?"
"Queijo."
Na onderhavige spraakverwarring moet ik onvermijdelijkerwijs de conclusie trekken dat ik zal moeten leren leven met het idee dat de Schepper een kaas heeft uitgedokterd die geen ongenoegen van peristaltische snit mijnerzijds veroorzaakt, zonder te weten welke.
Dag 8: Alcoutim – Furnazinhas – Alcoutim
Vrijdag 30 december 2022
Zoals te doen gebruikelijk in het hotel te Alcoutim gaat het ontbijtbuffet, naast verplichte nummers als verse broodjes, roerei met spek en koffie van hoogst bedenkelijk allooi, gepaard met op dagdagelijkse basis variërend, huisgebakken cake. Minder voor de hand liggend hedenochtend is het ontbreken van Spanje in het uitzicht vanuit de gelagkamer: een opake deken van mist meende zich te moeten installeren ter hoogte van de zelfkant der Algarve. Als we vanuit het uitgestorven Furnazinhas – gemiddelde leeftijd: ruim boven de zeventig; enige voorziening: een brievenbussenflat langs de doorgaande weg – aan de eerste van de twee lussen van de achtvormige route beginnen, gaat de mist geleidelijk over in laaghangende bewolking. Ofschoon we herhaaldelijk duidelijke tekens zien, is de wandeling een onontdekte parel: de smalle, stenige paadjes zijn grotendeels verruigd dan wel overwoekerd en voeren ons door smalle beekdalen, waarbij we steeds gedwongen worden het water te kruisen. Overal om ons heen zijn hellingen met naaldbomen die verdwijnen in de nevel. Na een prachtige ochtend pauzeren we op een Waalstrandje, temeer teneinde ons op te laden voor het doorsteken van een riante waterpartij.
Terwijl we een pas oversteken, ziet de koperen ploert kans de mist te reduceren tot enige kinderachtige nevelflarden rond wat verdwaalde toppen. Een zonovergoten dal leidt naar een splitsing van paden aan de rand van het dorp, waar we overschakelen op een lus die ons via brede, onverharde wegen brengt tot vlakbij een grillig gevormd stuwmeer in de rivier de Odeleite, een zijrivier van de Guadiana. In een stief uur klimmen we terug naar Furnazinhas, waar drie ouden van dagen, bij gebrek aan een café, het aankomende weekend de revue laten passeren in een wachthuisje. Het zijn te elfder ure de eerste mensen die we vandaag zijn tegengekomen.
Terwijl we een pas oversteken, ziet de koperen ploert kans de mist te reduceren tot enige kinderachtige nevelflarden rond wat verdwaalde toppen. Een zonovergoten dal leidt naar een splitsing van paden aan de rand van het dorp, waar we overschakelen op een lus die ons via brede, onverharde wegen brengt tot vlakbij een grillig gevormd stuwmeer in de rivier de Odeleite, een zijrivier van de Guadiana. In een stief uur klimmen we terug naar Furnazinhas, waar drie ouden van dagen, bij gebrek aan een café, het aankomende weekend de revue laten passeren in een wachthuisje. Het zijn te elfder ure de eerste mensen die we vandaag zijn tegengekomen.
Dag 9: Alcoutim – Ribeira do Vascão – Alcoutim
Zaterdag 31 december 2022
Bij een glibberig olifantenpaadje dat uitmondt in de parkeerplaats voor het hotel hadden we al een houten handwijzer gezien die het vervolg van de GR15 aangeeft, een langeafstandswandelpad dat in vijf dagmarsen van de Ribeira do Vascão tot aan de kust nagenoeg parallel aan de Guadiana loopt. Op deze stralende oudejaarsdag nemen we de noordelijkste etappe voor onze rekening. Met de twee pontjes die normaliter het internationale verkeer tussen Sanlúcar de Guadiana en Alcoutim verzorgen varen we een eind noordwaarts over de grensrivier tot bij de monding van de Ribeira do Vascão, waardoor beide dorpjes ruim anderhalf uur lang verstoken zijn van een oeververbinding. We gaan van boord aan de Portugese oever, klimmen een stukje tegen de helling op en stuiten op het eerste wit-rode teken van de GR15. Hoewel we continu de Guadiana en het zeer spaarzaam bewoonde, Spaanse heuvelland in het blikveld houden, is het een afwisselende wandeling: nu eens is er sprake van een smal modderspoor enige tientallen meters boven de rechteroever, waarbij we hier en daar een weinig over rotspartijen dienen te klauteren, dan weer volgen we een gemakkelijker onverhard weggetje door bescheiden geproportioneerde bossen, weilanden, boomgaarden en bamboepercelen. Enkele even schaduwrijke als uitgespoelde valleitjes nemen de hoogtemeters voor hun rekening.
Aan gene zijde springt de voormalige haven van La Laja in het oog, die de allure heeft van een vestingwerk. Dit tegenwoordige industriële erfgoed speelde in de vorige eeuw een sleutelrol bij de mijnbouwactiviteiten enige kilometers verderop.
Vanuit het westen schijnen enkele stevige buien op te komen zetten, maar ze verpieteren voordat ze ons een nat pak kunnen bezorgen.
We passeren de achtertuin van een villa, komen zowaar twee wandelaars tegen en bereiken halverwege de middag, als in Sanlúcar de Guadiana een handvol vuurwerkpijlen wordt afgeschoten, ons onderkomen.
Zodra de voortreffelijke bacalhau enigszins gezakt is, lopen we naar de feesttent aan het haventje van Alcoutim ter verbeiding van de jaarwisseling. De aankondigingsposters tot in de wijde omtrek indachtig lag een mensenmassa als haringen in een ton in de lijn der verwachting, maar de lokale bard Valter Reis is met zijn batterij synthesizers vooralsnog geen publiekstrekker. Naarmate de spreekwoordelijke gongslag uit Bohemian Rhapsody echter nakende is, stroomt de tent, alsmede het dorpsplein vol met jeugd van tegenwoordig en armoedige lieden, waaronder een in een kleurrijke poor man's poncho geklede man met een kunstbeen en een ukelele op de rug – die naar verluidt uit Nederland komt (de opvallende verschijning, niet de even Hawaïaanse als betokkelde luitachtige) – en een penetrant riekende einzelgänger die beurtelings de hypothetische moshpit uitwoont en vrouwen ten dans vraagt.
Klokke elf neemt aan gene zijde van de rivier 2023 een aanvang, aangezien aldaar de Midden-Europese tijd geldt, terwijl in Portugal de Greenwichtijd wordt aangehouden – doch louter krekels te Sanlúcar de Guadiana. Een uur later ben ik reeds terug in het hotel, waar ik vanaf het dak de vuurwerkshow bewonder en het personeel een glaasje espumante schenkt.
Aan gene zijde springt de voormalige haven van La Laja in het oog, die de allure heeft van een vestingwerk. Dit tegenwoordige industriële erfgoed speelde in de vorige eeuw een sleutelrol bij de mijnbouwactiviteiten enige kilometers verderop.
Vanuit het westen schijnen enkele stevige buien op te komen zetten, maar ze verpieteren voordat ze ons een nat pak kunnen bezorgen.
We passeren de achtertuin van een villa, komen zowaar twee wandelaars tegen en bereiken halverwege de middag, als in Sanlúcar de Guadiana een handvol vuurwerkpijlen wordt afgeschoten, ons onderkomen.
Zodra de voortreffelijke bacalhau enigszins gezakt is, lopen we naar de feesttent aan het haventje van Alcoutim ter verbeiding van de jaarwisseling. De aankondigingsposters tot in de wijde omtrek indachtig lag een mensenmassa als haringen in een ton in de lijn der verwachting, maar de lokale bard Valter Reis is met zijn batterij synthesizers vooralsnog geen publiekstrekker. Naarmate de spreekwoordelijke gongslag uit Bohemian Rhapsody echter nakende is, stroomt de tent, alsmede het dorpsplein vol met jeugd van tegenwoordig en armoedige lieden, waaronder een in een kleurrijke poor man's poncho geklede man met een kunstbeen en een ukelele op de rug – die naar verluidt uit Nederland komt (de opvallende verschijning, niet de even Hawaïaanse als betokkelde luitachtige) – en een penetrant riekende einzelgänger die beurtelings de hypothetische moshpit uitwoont en vrouwen ten dans vraagt.
Klokke elf neemt aan gene zijde van de rivier 2023 een aanvang, aangezien aldaar de Midden-Europese tijd geldt, terwijl in Portugal de Greenwichtijd wordt aangehouden – doch louter krekels te Sanlúcar de Guadiana. Een uur later ben ik reeds terug in het hotel, waar ik vanaf het dak de vuurwerkshow bewonder en het personeel een glaasje espumante schenkt.
Dag 10: Alcoutim – Odeleite – Alcoutim
Zondag 1 januari 2023
We slapen een perforatie in de dag en rijden over avondkloklege wegen naar Odeleite, een reliëfvol dorpje dat van het stuwmeer dat eergisteren een glansrol vervulde in een panoramisch uitzicht gescheiden wordt door een potentieel drukke verkeersader. Ook in het plaatsje is geen levende ziel te bekennen en gedurende de vijftien kilometer die de vandage rondwandeling behelst zal ons slechts de schrik om het hart slaan door drie luid blaffende viervoeters. Langs de overwegend witte opstallen van Odeleite super-G'en we een dal in en volgen dan een vlakke, brede gravelweg doorheen een afwisseling van waterpartijen, boomgaarden en halfopen naaldbossen. Een vervallen boerderij hier, een dito schuur daar. Met een streepje zon en een graadje of twintig is het amper warmer dan in Nederland. Een geleidelijke klim wordt gecompenseerd middels een steile afdaling over een rotsig paadje, waarna een kuitenbijter naar het horeca-accentgebied van Odeleite de kers op de taart vormt.
Tout Odeleite is naar de dorpskroeg en de ertegenover geplaatste feesttent getogen om Nieuwjaarsdag te vieren. De bediening rent zich de respectievelijke longen uit de dito lijven om de bevolking van dranken en spijzen te voorzien. Met bloed, zweet en tranen vinden we een tafeltje op het terras om de wandeltocht en tevens de vakantie af te pilzen.
Tout Odeleite is naar de dorpskroeg en de ertegenover geplaatste feesttent getogen om Nieuwjaarsdag te vieren. De bediening rent zich de respectievelijke longen uit de dito lijven om de bevolking van dranken en spijzen te voorzien. Met bloed, zweet en tranen vinden we een tafeltje op het terras om de wandeltocht en tevens de vakantie af te pilzen.
Dag 11: Alcoutim – Faro – Amsterdam – Alverna
Maandag 2 januari 2023
De onbeminde hereniging met het balsturige Rimini-weer in Nederland.